Een aanstaande moeder hecht niet alleen waarde aan haar eigen gezondheid, maar ook aan die van haar ongeboren kind. Ze is zich bewust van het belang van regelmatige prenatale zorg, het aanpassen van haar levensstijl, het belang van gezonde voeding en het nemen van essentiële vitamines. Daarnaast heeft ze de mogelijkheid om haar baby te beschermen door middel van specifieke vaccinaties.
Van alle bijdragen aan de wereldgezondheid heeft vaccinatie één van de meest ingrijpende gevolgen gehad op de sterfte wereldwijd.4 Volgens de Hoge Gezondheidsraad is het vaccineren van zwangere vrouwen een steeds meer gebruikte strategie om de toekomstige mama, haar ongeboren kind en/of haar baby te beschermen tegen infectieziekten die met een vaccin kunnen voorkomen worden.1
Vaccins tegen tetanus, griep, kinkhoest en COVID-19 worden aanbevolen tijdens de zwangerschap. Andere vaccins kunnen gebruikt worden indien ze om persoonlijke of epidemiologische redenen als nuttig beschouwd worden.1,6
Zwangere vrouwen en jonge kinderen hebben een verhoogde gevoeligheid voor bepaalde infectieziekten en/of lopen een verhoogd risico op ernstige ziekten.4
Tijdens de eerste maanden van hun leven is het immuunsysteem van de baby nog niet volledig ontwikkeld. Daarom is een baby erg kwetsbaar voor infectieziekten.2
De antilichamen die de moeder overdraagt op de baby spelen een cruciale rol tijdens deze eerste levensmaanden.2
Geplande vaccinatie bij baby’s tegen veelvoorkomende infecties begint meestal enkele maanden tot meerdere jaren na de geboorte, waardoor er een kritieke periode van kwetsbaarheid is.3
Bij vaccinatie tijdens de zwangerschap worden antilichamen opgewekt bij de moeder. Deze kunnen via de placenta en borstvoeding getransfereerd worden naar de baby. Op deze manier kan de baby bij de geboorte beschermd zijn tegen bepaalde infectieziekten, totdat wordt begonnen met routinematige vaccinatie van het kind.3
Daarnaast zorgt vaccinatie van de moeder ook voor haar eigen bescherming. Ze loopt immers een verhoogd risico op verschillende infecties door de veranderingen die optreden tijdens de zwangerschap.3
De overgedragen antilichamen in de baby nemen af met de tijd, maar vele blijven circuleren tot de baby 6 maanden oud is.2,5
Zwangerschapsvaccins worden al sinds de jaren 1800 gebruikt om moeders en hun baby te beschermen tegen ziekte. Vaccins (niet-levende) toegediend tijdens de zwangerschap hebben een goed veiligheidsprofiel, en zwangere vrouwen zijn in staat om immunologische reacties op vaccinatie te genereren die vergelijkbaar zijn met die van gezonde niet-zwangere volwassenen.1,5
Er is een groeiende interesse en wetenschappelijk bewijs voor de veiligheid, werkzaamheid, immunogeniciteit en effectiviteit van vaccinatie tijdens de zwangerschap.1
Onderzoekers krijgen een dieper inzicht in veranderingen bij de vrouw tijdens de normale zwangerschap, en het ontwikkelingsproces voor nieuwe vaccins omvat steeds vaker zwangere personen.4
Veel nieuwe vaccins zijn in ontwikkeling en er zijn klinische studies aan de gang om na te gaan hoe effectief ze zijn in het verminderen en voorkomen van infecties bij moeder en pasgeborenen wanneer ze worden toegediend aan vrouwen voor of tijdens de zwangerschap.4 Sommige, zoals vaccins ter preventive van Groep B Streptokokken (GBS) en Respiratoir Syncytieel Virus (RSV), zijn voornamelijk bedoeld voor toediening aan zwangere vrouwen.4 Andere, zoals vaccins tegen Hepatitis E of Cytomegalovirus bijvoorbeeld, zouden idealiter vóór de zwangerschap moeten worden toegediend aangezien mogelijke risico's in de vroege zwangerschap.4
231372 – December 2023